
ASTON MARTIN
Aston Martin behoort ongetwijfeld tot de beroemdste merken sportwagens. De firma werd in 1914 door Lionel Martin en Robert Bamford gesticht en in 1947 door de tractorkoning David Brown overgenomen. Daarmee is de afkorting 'DB' verklaard die tot 1972 bij alle type-aanduidingen gebruikt werd en sinds maart 1994 voor de DB 7. Een nieuwe Aston Martin is alleen maar voor een kleine groep van liefhebbers betaalbaar en ook de oudere typen worden steeds gewilder en daarom steeds kostbaarder.
ASTON MARTIN 2-LITRE (DB1)
De ontwerpen voor deze Aston werden al tijdens de oorlog gemaakt, maar de eerste exemplaren konden pas in 1948 worden afgeleverd. De fabrieksversie was te zwaar on sportief te zijn, maar een getunede auto won in 1948 de 24-uurs race in Spa, wat voor de nodige publiciteit zorgde. Vanaf 1949 was er de aluminium cabriolet. Toen de opvolger al: DB2 uitkwam, betitelde men de eerste wager achteraf met DB1. Gezien de geringe productie is de eersteling zeer zeldzaam.
Aantal cilinders: 4
Cilinderinhoud in cm3: 1970
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 90/4750
Topsnelheid in km/uur: 155
Carrosserie/Chassis: buizenchassis
Uitvoering: coupé en cabriolet
Productie jaren: 1948-1950
Productie-aantallen: 14
ASTON MARTIN DB2
Dit is na de DB1 de tweede naoorlogse Aston Martin. De wagen werd aangedreven door een zescilinder motor die door de legendarische W.O. Bentley voor Lagonda ontworpen was. In 1949 kwam de DB2 uit als coupé en in 1950 als cabriolet. Al gauw volgden de Vantage-varianten die een sterkere motor hadden. Van de cabriolet zijn er 49 gebouwd.
Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 2580
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 116/5000
Topsnelheid in km/uur: 175-195
Carrosserie/Chassis: buizenchassis
Uitvoering: coupé en cabriolet
Productiejaren: 1949-1953
Productie-aantallen: 411
ASTON MARTIN DB2/4 MK I
Op de tentoonstelling die in oktober 1953 t( Londen gehouden werd, stond een opvolger voor de DB2. Aston Martin noemde de wagen DB2/4. De carrosserie was, afgezien van een grotere achterruit, achterklep en een hogere daldijn, vrijwel identiek aan die van de voorganger. De wagen bood echter (theo retisch) plaats aan vier personen, vandaar de toevoeging `/4'. In april 1954 kreeg de DB2/4 een grotere motor en kon men echt van een sportwagen spreken.
Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 2580 en 2922
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 127/5000 142/5000
Topsnelheid in km/uur: 180 en 200
Carrosserie/Chassis: buizenchassis
Uitvoering: coupé en cabriolet
Productiejaren: 1953-1954 en 1954-1955
Productie-aantallen: 565 totaal
ASTON MARTIN DB2/4 MK II
In oktober 1955 verscheen de tweede versie van de DB2/4. Men herkende de wagen aan de achterspatborden die iets hoekiger waren boven de achterlichten. De achteras was verstevigd. Er was een nieuwe hardtop notch-back-variant waarvan er 34 gemaakt zijn. De wagens bleven maar kort in productie. In oktober 1956 verdween de cabriolet-uitvoering, het laatste chassisnummer was AM300/1281, en een jaar later de coupé me chassisnummer AM300/1274.
Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 2922
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 142/5000
Topsnelheid in km/uur: 200
Carrosserie/Chassis: buizenchassis
Uitvoering: cabriolet en coupé
Productiejaren: 1955-1956 en 1955-1957
Productie-aantallen: 70 en 129