De naoorlogse modellen waren identiek aan die van 1939. De naamplaatjes verraden het verschil in bouwperiode. De klant van de 1,5 liter sedan vond een viercilinder motor onder de kap, de liefhebbers van de 2,5 en 3,5 liter wagens hadden een zespitter. Alle Jaguar motoren hadden al kopkleppen, wat voor die tijd modern was, maar de starre voor- en achterassen konden met recht ouderwets genoemd worden. Wie een origineel exemplaar vindt, dient de houten elementen goed te inspecteren. De open versies zijn de helft meer waard.

Aantal cilinders: 4 en 6
Cilinderinhoud in cm3: 1776, 2664 en 3485
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 66/4500, 104/4500 en 126/4250
Topsnelheid in km/uur: 120-150
Carrosserie/Chassis: afzonderlijk chassis
Uitvoering: sedan en cabriolet
Productiejaren: 1938-1948
Productie-aantallen: 13.046, 7.230 en 5.424

De Mark V die in 1949 uitgebracht werd, was als tussenmodel bedoeld. Hij leek dan ook nog erg op zijn voorgangers maar had nu in de spatborden ingebouwde koplampen en grote afdekplaten in de achterwielkasten. De Mk V was uitsluitend met een zescilinder motor leverbaar en bood alle comfort dat de klant zich in die tijd kon wensen. Het was de eerste Jaguar met onafhankelijke voorwielvering. Ook waren er hydraulische remmen. De cabriolet-uitvoering is uiterst zeldzaam, aangezien er slechts 1.001 van gebouwd zijn.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 2664 en 3485
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 104/4500 en 126/4250
Topsnelheid in km/uur: 140 en 150
Carrosserie/Chassis: afzonderlijk chassis
Uitvoering: sedan en cabriolet
Productiejaren: 1949-1951
Productie-aantallen: 1.675 en 8.791

Een nieuwe generatie Jaguars begon in 1950 met de Mark VII (de Mk VI is bewust overgeslagen i.v.m. de reeds bestaande Bentley Mark VI). Opvallend was de zescilinder motor die nu twee bovenliggende nokkenassen had. Met een snelheid van meer dan 160 km/ uur was de Mk VII M, de snelle uitvoering van de Mk VII, één van de snelste limousines van zijn tijd. De Mk VIII kwam in 1956 uit. Hij was identiek aan de Mk VII maar had al een voorruit uit één stuk, een iets bredere grille, twotone spuitwerk en uitgesneden spats.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 3442
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 162/5200 en 192/5500
Topsnelheid in km/uur: 160-180
Carrosserie/Chassis: afzonderlijk chassis
Uitvoering: sedan
Productiejaren: 1950-1954, 1955-1957 en 19571958
Productie-aantallen: 20.908, 10.061 en 6.212

In het najaar van 1958 kwam de Mk IX uit, die uiterlijk alleen in details van de Mk VIII te onderscheiden was. De nieuwe wagen had echter een nieuwe motor en schijfremmen aan alle wielen. Stuurbekrachtiging werd vrijwel standaard ingebouwd, evenals een automatische versnellingsbak, die ook door bijna alle klanten besteld werd. Door de forse motor en de moderne techniek is dit beslist een snelle en comfortabele Engelse klasse-sedan. Hij is echter evenals andere oude Jaguars wel roestgevoelig.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 3781
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 223/5500
Topsnelheid in km/uur: 185
Carrosserie/Chassis: afzonderlijk chassis
Uitvoering: sedan
Productiejaren: 1958-1961
Productie-aantallen: 10.009

Dat de Mk X voor de Amerikaanse klant bedoeld was, is duidelijk wanneer men de foto bekijkt. Met een lengte van 513 cm en een gewicht van 1860 kg sloeg hij in een New Yorkse straat geen slecht figuur. Ook het hoge benzineverbruik zal de gegoede Amerikaan niet veel gedeerd hebben. De Mk X had nu ook onafhankelijk geveerde achterwielen en na 1964 een grotere motor. In 1967 werd de Mk X omgedoopt in 420 G, maar grote verschillen tussen deze twee modellen zijn er niet te vinden. Van de limousine zijn er 42 verkocht.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 3781 en 4235
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 269/5500
Topsnelheid in km/uur: 200
Carrosserie/Chassis: zelfdragend
Uitvoering: sedan en limousine
Productie jaren: 1961-1966 en 1967-1970
Productie-aantallen: 18.358 en 6.554

Veel opzien baarde de 2.4 liter (Mk 1) die in 1955 voorgesteld werd. De wagen had een zelfdragende carrosserie en een kleine motor met alle snufjes, zoals de twee nokkenassen, van de grote Jaguar. In 1957 kon de wagen ook met een grotere motor geleverd worden en men sprak dan van de Sport-Limousine. De titel Mk 1 kreeg de wagen pas naderhand toen de Mk 2 geboren werd. Deze oudere typen zijn lang niet zo duur (en gewild) als de populaire Mk 2. De 3.4 is te herkennen aan de uitgesneden spats achter.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 2483 en 3442
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 114/5750 en 213/5500 SAE
Topsnelheid in km/uur: 160 en 190
Carrosserie/Chassis: zelfdragend
Uitvoering: sedan
Productiejaren: 1955-1959 en 1957-1959
Productie-aantallen: 19.992 en 17.405

Hoe goed de Mk 2 ook was, er was altijd een groep mensen die wat te zeuren had: de kofferruimte was te klein en de starre achteras te ouderwets. Voor die groep ontstond een nieuw model, de Jaguar S die met een 3,4 of een 3,8 liter motor geleverd kon worden. De voorkant van de wagen lijkt op de Mk 2 en de achterkant op de Mk X. Wat wegligging betreft is dit een veel betere wagen dan de Mk 2, maar het uiterlijk kan het in onze ogen niet van die wagen winnen. De prijzen liggen dan ook aanzienlijk lager dan die van de Mk 2.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 3442 of 3781
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 133/5500 ol 223/5500
Topsnelheid in km/uur: 180 en 200
Carrosserie/Chassis: zelfdragend
Uitvoering: sedan
Productiejaren: 1963-1968
Productie-aantallen: 10.036 en 15.135

Eigenlijk was de 420 — hij vulde het gaatje tussen de Jaguar S en de 420 G — een overbc dig model, maar hij verkocht alleszins redelijk. Ook deze wagen kon met een automaat en een stuurbekrachtiging geleverd worden. De Daimler-klant kon een Daimler Sovereign bestellen en hij kreeg dan dezelfde wagen met een ander merklogo erop. Deze wagen dient niet verward te worden met de Daimle V8 Saloon. Deze beide typen zijn toen en nu sterk ondergewaardeerd.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 4235
Vermogen in pk hij toeren/minuut: 245/5500
Topsnelheid in km/uur: 200
Carrosserie/Chassis: zelfdragend
Uitvoering: sedan
Productiejaren: 1966-1968 en 1966-1969
Productie-aantallen: 9.801 en 5.829

In 1968 kwam Jaguar met een sedan uit, die het merk tot grote verkoopaantallen zou brengen. En dat terwijl deze fraaie wagens absoluut niet probleemloos waren. De XJserie zou het uiteindelijk ruim 20 jaar volhouden. De voor de liefhebbers aardigste reeks is natuurlijk de Series 1. De kleine 2,8 liter is ronduit een slechte motor en dus is d grotere versie te verkiezen. Er kwamen nog 15.139 wagens met Daimler-plaatje uit. Helaas heeft buitensporige roestvorming vele Series 1-auto's geveld. De prijzen van de overgebleven exemplaren liggen nog vrij laag.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 2792 en 4235
Vermogen in pk bij toeren/minuut:149/5750 en 186/5200
Topsnelheid in km/uur: 185 en 200
Carrosserie/Chassis: zelfdragend Uitvoering: sedan
Productiejaren: 1968-1972
Productie-aantallen: 19.322 en 59.951

Jaguar stelt in 1973 te Frankfurt de tweede generatie van de XJ6 voor. In grote lijnen was de wagen hetzelfde gebleven maar de neus was veranderd. De platte grille stond lager in de carrosserie, de clignoteurs bevonden zich nu onder de voorbumper en de hoorntjes op die bumper waren kleiner geworden. Ook binnenin vond men verschillen. In het dashboard, bijvoorbeeld, waren de instrumenten nu voor de chauffeur gegroepeerd en niet meer over het hele dashboard verspreid. De versie met 2.8-motor is slechts kort geleverd (170 stuks). Zeer roestgevoelig.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 3442 en 4235
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 160/5500 en 172/4500
Topsnelheid in km/uur:190 en 200
Carrosserie/Chassis: zelfdragend
Uitvoering: sedan
Productiejaren: 1973-1979
Productie-aantallen: 6.880 en 69.951

In de glorietijd van de automobiel, toen het aantal cilinders het succes van een merk uitmaakte en er wagens met V 16-motoren rondreden, kwam de firma Daimler in 1927 met de 'Double Six'. Het was een model waarin de motor uit twee in een V samengebouwde zespitters bestond. In juli 1972 kwam Jaguar, en dus ook Daimler, met een dergelijke motor terug op de markt in de carrosserie van de XJ-sedans. In oktober van dat jaar verscheen een lange versie, de XJ12, die op een 10 cm langere wielbasis stond. Een benzineslurper met toekomst.

Aantal cilinders: V12
Cilinderinhoud in cm3: 5343
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 253/6000
Topsnelheid in km/uur: 235
Carrosserie/Chassis: zelfdragend
Uitvoering: sedan
Productiejaren: 1972-1973
Productie-aantallen: 2.474 en 754 (L)

In september 1973 kwam de tweede generatie van de XJ 12-serie al uit. De kinderziekten van de eerste wagens waren nu te boven gekomen. Om het verschil tussen de 6 en V12 duidelijker te maken, was de V12 met het korte 276 cm chassis van de zescilinder uit het programma genomen, zodat alle 12 cilinders nu een wielbasis van 286 hadden. Vanaf '75 komt er een injectiesysteem en in dat jaar komt er ook een nieuwe naam: XJ5.3. Het feit dat de schitterende sedan 1:4 liep, schrok sommige potentiële kopers wel af.

Aantal cilinders: V12
Cilinderinhoud in cm3: 5343
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 285/5750
Topsnelheid in km/uur: 240
Carrosserie/Chassis: zelfdragend
Uitvoering: sedanProductie jaren: 1973-1979
Productie-aantallen: 16.010

Al wat langer geliefd en daardoor aanmerkelijk duurder zijn de coupé-modellen van de tweede XJ-serie. Ook hiervan zijn goede exemplaren moeilijk te vinden, vanwege de geringe productie en door de roestgevoeligheid. Restaureren van een dergelijke sportieve Jaguar is erg prijzig en vaak brengt de wagen als hij klaar is het geïnvesteerde bedrag niet meer op. Daarom is de aanschaf van een zo goed mogelijk exemplaar aan te bevelen. We voorzien dat deze auto's in de toekomst aanzienlijk in prijs zullen stijgen.

Aantal cilinders: 6 en V12
Cilinderinhoud in cm3: 4235 en 5343
Vermogen in pk bij toeren/minuut:171/4750 en 287/5750
Topsnelheid in km/uur: 195 en 235
Carrosserie/Chassis: zelfdragend
Uitvoering: coupéProductiejaren: 1975-1978
Productie-aantallen: 6.487 en 1.855

Eén van de mooiste Jaguars, wellicht één van de mooiste sportwagens, is wel de XK 120. Dé sensatie van de London Motor Show van 1948. De prachtige tweezitter had toen nog een aluminium carrosserie en onder de kap zat de beroemde XK-motor, de voorganger van de Jaguar-motor van vandaag. Er kwam ook een comfortabele drophead coupé uit in 1953. Momenteel zijn deze sportieve Jags vrijwel altijd gerestaureerd. De aluminium eerstelingen kosten het dubbele.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 3442
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 160/5000 -180/5300
Topsnelheid in km/uur: 200
Carrosserie/Chassis: afzonderlijk chassis
Uitvoering: redster en cabriolet
Productie jaren: 1948-1954
Productie-aantallen: 7.612 en 1.765

Twee jaar na de introductie van de open XK 120 kwam de fabriek met een gesloten uitvoering op de markt. De `Fixed-Head-Coupé' zoals de wagen genoemd werd, had een klein bankje achterin waarop, indien werkelijk noodzakelijk, twee kleine kinderen konden zitten. De wagen had natuurlijk een betere verwarming dan de open versie en ook het uitzicht naar achteren was beter dan in een cabriolet met de kap op.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 3442
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 160/5000
Topsnelheid in km/uur: 200
Carrosserie/Chassis: afzonderlijk chassis
Uitvoering: coupé
Productiejaren: 1951-1954
Productie-aantallen: 2.678

Men moet op de zwaardere bumpers en de grille met minder spijltjes letten om een XK 140 van zijn voorganger te kunnen onderscheiden. Aan de achterkant valt het Le Manslogo op de koffer op (als het erop zit). De 3,4 liter motor had iets meer paarden gekregen en de vierversnellingsbak kon nu met een overdrive geleverd worden of door een automaat vervangen worden. Ook bij de XK 140 was er een opgevoerde versie die speciaal voor de racerij bestemd was. De waarde-aanduidingen hiernaast hebben betrekking op de gewone versies, niet die snelle SE.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 3442
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 190/5500 en 213/5750
Topsnelheid in km/uur: 195-205
Carrosserie/Chassis: afzonderlijk chassis
Uitvoering: roadster en cabriolet
Productiejaren: 1954-1957
Productie-aantallen: 3.354 en 2.889

Ook van de XK 140 kwam er een gesloten uitvoering en wel in oktober 1954. De wagen leek sprekend op de XK 120 maar had natuurlijk ook de zwaardere bumpers en een andere grille. De auto kon met twee motorvarianten besteld worden en vanaf oktober 1956 ook met een automatische versnellingsbak, iets wat bij de XK 120 niet mogelijk geweest was.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 3442
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 190/5500 en 213/5750
Topsnelheid in km/uur: 195-205
Carrosserie/Chassis: afzonderlijk chassis
Uitvoering: coupé
Productiejaren: 1954-1957
Productie-aantallen: 2.808

Howel een reusachtige brand in 1957 een groot gedeelte van de Jaguar-fabrieken vernietigde, lukte het toch een opvolger voor de XK 140 op zijn wielen te zetten. De XK 150 was dan wel 10 mijlen per uur sneller dan de XK 140, maar hij was er niet mooier op geworden. De voorruit bestond nu uit één stuk glas, maar de typische XK-spatborden waren nu verdwenen. Wat rij-eigenschappen en comfort betreft, wint de XK 150 het wellicht van zijn voorgangers. De S-versie is zeldzaam en kost 15 tot 20 procent meer.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 3442 en 3781
Vermogen in pk bij toeren/minuut: van 190/5500 tot 265/5500
Topsnelheid in km/uur: 200-230
Carrosserie/Chassis: afzonderlijk chassis
Uitvoering: roadster en cabriolet
Productiejaren: 1957-1961
Productie-aantallen: 2.265 en 2.671

In mei 1957 kwam de coupé-uitvoering van de XK 150 uit. De wagen had de `gewone' 3,4 liter motor. In oktober 1959 kwam er een 3,8 liter motor bij maar daarvoor, vanaf februari 1959, kon de klant de 3,4 liter S-motor laten inbouwen. De snelste uitvoering was natuurlijk de 3,8S die in oktober 1959 op de London Motor Show stond. De 3.8 is ongeveer tien procent duurder dan de hiernaast voor de 3.4-versie gegeven prijzen. Ook hier doen S-modellen weer 15 tot 20 procent ineen.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 3442 en 3781
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 190/5500 tt 265/5500
Topsnelheid in km/uur: 200-230
Carrosserie/Chassis: afzonderlijk chassis
Uitvoering: coupé
Productie jaren: 1957-1961
Productie-aantallen: 4.462

De wedstrijduitvoering van de XK 120 was de XK-C ofwel C-Type. De 3,4 liter motor had onder andere een speciaal geprepareerde cilinderkop en ook het chassis was niet met dat van de XK 120 te vergelijken. Het bestond uit dunne stalen buizen die de chauffeur als een kooi omsloten. Het gehele front van de wagen was 'motorkap' wat het werken aan de motor vergemakkelijkte. De C Type is een van de mooiste wagens die Jaguar ooit gebouwd heeft, wat wel de reden moet zijn dat het aantal replica's ontstellend groot is.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 3442
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 204/5800
Topsnelheid in km/uur: 230
Carrosserie/Chassis: aluminium op een buizenchassis
Uitvoering: roodster
Productiejaren: 1951-1954
Productie-aantallen: 54

Het neusje van de Jaguar-zalm is zeker de XK-SS, een racewagen die voor de weg was geprepareerd door eenvoudig weg de resterende D-Type-body's aan te kleden. Hij stond ook op het buizenchassis van de beroemde D-Type en had ook de remmen en de bak van die racewagen. Wie een dergelijke wagen tegenkomt, heeft grote kans dat het een replica is. En als dat niet het geval is, kan het nog een omgebouwde D-Type zijn. Een prijsaanduiding heeft in het geval van een SS weinig zin, aangezien ze nooit verhandeld worden.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 3442
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 250/6000
Topsnelheid in km/uur: 275
Carrosserie/Chassis: aluminium op een buizenchassis
Uitvoering: cabriolet
Productiejaar: 1957
Productie-aantallen: 16

Een handvol journalisten een paar genode gasten stonden in 1961 op de salon van Genève rond een enorme houten kist op de Jaguar-stand. Applaus toen die open gemaakt werd, want wat daar stond gold al bij voorbaat als de ster van de show. De carrosserie was ontworpen door William Lyons en Malcolm Sayer en de wagen was als coupé en als cabriolet te koop. Jarenlang is de wagen verguisd door klassiekerliefhebbers, maar gelukkig heeft de E-Type inmiddels de eer gekregen die hem toekomt.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 3781
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 265/5500
Topsnelheid in km/uur: 240
Carrosserie/Chassis: zelfdragend
Uitvoering: coupé en cabriolet
Productiejaren: 1961-1964
Productie-aantallen: 7.827 en 7.669

Zoals men had kunnen verwachten, werd de E-Type een groot succes. In ieder opzicht kon men de wagen vergelijken met een Ferrari, een Maserati of een Aston Martin, behalve wat prijs betreft: die lag beduidend lager. Natuurlijk werd de wagen steeds verder verbeterd. Zo verdween de Must-versnellingsbak om vervangen te worden door een beter exemplaar van eigen constructie en werd een 4,2 liter motor ingebouwd. In 1966 verscheen een 2+2 versie en in 1967 sprak men van de E-Type Series 1 F.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 4235
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 265/5400
Topsnelheid in km/uur: 240
Carrosserie/Chassis: zelfdragend
Uitvoering: cabriolet, coupé en coupé 2+2
Productiejaren: 1964-1968
Productie-aantallen: 9.548, 7.770 en 5.598

Tussen 1968 en 1971 verscheen de E-Type als Series II. Hij verschilde in kleine details van de voorganger, maar was speciaal voor de Amerikaanse markt aangepast. Zo verdwenen de mooie kiepschakelaars om plaats te maken voor een veiligere uitvoering. Onder de motorkap stond nu een 'schonere' moto; die nog maar twee carburateurs had en dus ook niet meer veel vermogen leverde. Wie een Series II wil kopen, dient zich te vergewissen of het een Europese of een Amerikaanse uitvoering is. Die laatste is minder waard.

Aantal cilinders: 6
Cilinderinhoud in cm3: 4235
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 265/5400
Topsnelheid in km/uur: 240
Carrosserie/Chassis: zelfdragend
Uitvoering: coupé, coupé 2+2 en cabriolet
Productiejaren: 19681 971
Productie-aantallen: 4.855, 5.326 en 8.627

De Jaguar E-Type trad, vrijwel precies tien jaren na zijn introductie, in 1971 aan voor zijn laatste ronde. En weer zorgde de wagen voor grote koppen in de tijdschriften, want onder zijn lange motorkap stond nu een vrijwel geruisloos werkende V12-motor. Een motorconstructie die de autowereld al lang niet meer in serievervaardiging kende. De twoseater bestond nu niet meer en de roadster stond nu op de lange wielbasis van de 2+2. De laatste 50 stuks zijn in het zwart geleverd en onder liefhebbers gezocht. Tachtig procent van de productie ging naar de VS.

Aantal cilinders: V12
Cilinderinhoud in cm3: 5343
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 276/5850
Topsnelheid in km/uur: 240
Carrosserie/Chassis: zelfdragend
Uitvoering: roodster en 2+2 coupé
Productiejaren: 1971-1975
Productie-aantallen: 7.990 en 7.297

De XJ-S mag niet gezien worden als een opvolger voor de Jaguar E-Type. Het was meer een sportieve 2+2 zoals de Karmann Ghia van Volkswagen die trend inzette. De wagen kon aanvankelijk uitsluitend met de V12-motor geleverd worden, wat hem natuurlijk wel exclusief maakte. In september 1975 werd de auto in Londen voorgesteld. Hoewel de XJ-S ook met een handgeschakelde 4-bak besteld kon worden, gaven de meeste kopers de voorkeur aan een automaat van Borg-Warner. In de jaren tachtig komt er een cabriolet uit.

Aantal cilinders: V12
Cilinderinhoud in cm3: 5343
Vermogen in pk bij toeren/minuut: 289/5500
Topsnelheid in km/uur: 240
Carrosserie/Chassis: zelfdragend
Uitvoering: coupé
Productiejaren: 1975-1993
Productie-aantallen: 79.447